De Vlootbeek komt ons land binnen ten zuiden van Posterholt, stroomt door het Voorsterveld en Postersbroek verder  langs het Reutje (St. Odiliënberg), Montfort, Maasbracht en mondt in Linne in de Maas. De naam Vlootbeek is eigenlijk dubbel op omdat Vloot  (plaatselijke naam "Vloat")  al "beek" betekent. 

                                  

                                                    Het dal van het "Vloat"

 

 

Image

 

 

Een oorspronkelijk stukje Vlootbeek nabij het Munnichsbos

 

 

Image

 

 

Met name in het Voorsterveld en Postersbroek  bestaan de aan het Vloot grenzende gronden uit stugge oude klei die in het verleden moeilijk bewerkbaar waren en vaak alleen maar als weiland werden gebruikt. Verder naar Montfort verandert dat in zandgrond met vaak steile oeverranden. Op de oude kleigronden zijn de laatste decennia door het gebruik van nieuwe, zware landbouwmachines de weilanden veranderd in akkerland waar thans voornamelijk tarwe, suikerbieten en maïs wordt geteeld. Door deze verandering worden diepere lagen aangeploegd waardoor meer archeologische overblijfsels aan de oppervlakte komen.

 

 

Image

 

 

En hier begint het mee

 

 

Image

 

                                                          

Mesolithicum:

Vanaf 1977 zijn door mij een reeks van archeologische sites ontdekt, voornamelijk Vroeg-Mesolithisch. In het Vlootdal zit veel ijzeroer in de grond dat door ijzerhoudend kwelwater van de hoger gelegen gebieden zoals de Annendaal is aangevoerd. Het Vloot is daardoor soms rood gekleurd. Door de inwerking van deze oer zijn de artefacten vaak (roest)bruin  gepatineerd. Van oorsprong is de vuursteen meestal grijs en afkomstig van plaatselijke, door de Maas aangevoerde en gerolde vuursteen (Maasschotter). 

 

Op deze Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN) zijn de donkerste delen de laagste gebieden met oude taaie rivierklei. Het oude Roerdal met zijn vlechtende en meanderende waterstromen is hierdoor nog goed zichtbaar. Het rode deel op de kaart is het ca. 20 meter hogere gebied van de Annendaal, een uitloper van het Hoogterras van Koningsbosch en de gele delen zijn de naar het dal toelopende zandgronden.

Bij sterretje bevindt zich het Basiskamp. De kleine blauwe punten geven de plaats aan van de belangrijkste kampementjes. De omringde punten zijn de bij de herinrichting van de Vlootbeek in 2014 afgedekte vindplaatsen.

Het is opvallend dat de kampplaatsen zich allen op iets lichtere delen bevinden, kleine hoogtes in het landschap die soms, bijvoorbeeld als er een sneeuwpakket op de akkers ligt, goed zichtbaar zijn.

 

Medewerkers van de Universiteit en het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden raakten geïnteresseerd in de vondsten en er werden diverse opgravingen gedaan, gevolgd door evenzoveel publicaties.

 

In Jaarboek Heemkundevereniging Roerstreek:

Nummer 26 1994 blz. 69 t/m 84 Jo Smeets; “Het Mesolithicum in de Roerstreek”

Nummer 27 1995 blz. 119 t/m 128 Verhart L.B.M. en M. Wansleeben; “Steentijdbewoning in het Vlootbeekdal”;

Nummer 33 2001 blz. 149 t/m 160 Dr. Leo Verhart en drs. Milco Wansleeben; “Het Vlootbeekdal verder in kaart gebracht”;

In Archeologie in Limburg:

 Nummer 58 1993  blz. 66 t/m 67 Smeets, J : Opgraving Posterholt-164 in juni 1993;

Nummer 66 december 1995 blz. 56 t/m 60 L.B.M. Verhart; “Een vroeg-mesolitisch vindplaats in het dal van de Vlootbeek te Posterholt, gemeente Ambt Montfort (L), een voorlopig verslag;”.

Nummer 87 mei 2001 blz. 2 t/m 6 Leo Verhart en Milco Wansleeben; “Het dal van de Vlootbeek 9100 jaar geleden.Rijksmuseum van Oudheden  1995, Leo Verhart: Jagers uit de Midden Steentijd.

                                                      

                                           Opgraving HVR 164 door RMO

 

Image

Microlieten uit Vlootbeekdal in Limburgs Museum Venlo

De artefacten bij 12 zijn diverse vormen van microlithische spitsen; bij 13 een achttal zogenaamde kerfresten, dat zijn afvalproducten bij het vormen van de microlieten door middel van het aanbrengen van een kerf in een klingetje waarbij die op die plek gemakkelijker gebroken kan worden en het afgebroken deel in de gewenste vorm worden gebracht, meestal een microlithische spits. De kerfrest bleef dan achter als afval.

Ook onze zoon Marcel hielp mee

Image

                                            

                                          Microlithische mesolithische spitsen

 

Image

Mesolithische vondsten uit het Vlootbeekdal.

Rijen van boven naar beneden: Microlieten (spitsen);Kerfresten;Krabbers;Klingen/boortjes;Stekers

Image 

 

De Roerdalslenk tussen de Peelrandbreuk en de Gangeltbreuk is in het landschap duidelijk zichtbaar als een verlaging. In deze verlaging die lang geleden tengevolge van tektonische activiteiten diep in de ondergrond is ontstaan heeft de Roer haar weg gezocht. Waar thans de nog maar nietige Vlootbeek stroomt ( op ca. +30m N.A.P.) stroomde vroeger die Roer. Men denkt dat de Roer nog niet zo heel lang geleden, na de laatste ijstijd, haar hoofdstroom in noordelijke richtig verplaatst heeft naar haar huidige bedding op ca. +25m N.A.P. langs Vlodrop en Herkenbosch.

De breuklijnen in de Roerdalslenk

Image

In het voorjaar van 2008 is nabij Herkenbosch een doorbraak geweest in een meander van de Roer. Dit nu toch wel zeldzaam gebeuren heeft zich in de loop der tijden talloze malen voorgedaan waardoor de bedding zich vele malen verlegd heeft. Ook in het Vlootbeekdal zijn dergelijke oude beddingen en meanders nog goed zichtbaar in het landschap.

De nog niet doorgebroken meander in Google-Earth. Ook een oude afgesloten Roerarm (poel) en een oude meander zijn nog zichtbaar

Image

De doorgebroken meander

Image

De meanderende Roer nabij Herkenbosch

Image

De nog maar nietige (gekanaliseerde)Vlootbeek bij Posterholt

Image

Opnieuw meanderende Vlootbeek 2014 met vanaf midden naar rechts afgedekte mesolithische site

Op luchtfoto's door Engelse luchtverkenningsvliegtuigen gemaakt tijdens het oorlogsnajaar en winter van 1944/1945 zijn ten zuiden van Posterholt oude Roermeanders nog goed zichtbaar in het Vlootbeekdal

Image

Image

Ten gevolge van grote zandverstuivingen na de voorlaatse ijstijd werd de Roer tussen Montfort en Het Reutje grotendeels afgedamd. Dat zou betekenen dat ze daarvoor nog door het Voorsterveld stroomde. Sommigen (zie o.a "De voming van het natuurlijk landschap" van Hans de Mars in: "Montfort/een kasteel en zijn landschap" ) denken dat die afdamming pas tussen 8000 en 4000 jaar geleden heeft plaatsgevonden.

Het Roerwater werd nadien opgestuwd waardoor met name rond Montfort heel grote watergebieden ontstonden.

Ik denk dat dat toch wel iets langer geleden is omdat juist in het laagste gedeelte van het Voorsterveld een groot aantal Vroeg-Mesolithische sites gevonden zijn en die zijn ongeveer 10000 jaar oud. Wel hebben er regelmatig overstromingen plaatsgevonden waardoor dikke kleipaketten zijn gevormd en de oude Roerbeddingen zijn vervaagd. Dit in tegenstelling tot de diepe en fraaie meanders die nu nog achter de grote zandruggen tussen Montfort en St. Odilienberg in het Linner- en Leropperveld zichtbaar zijn. Dit zijn overblijfsels van die oorspronkelijke loop van de Roer en omdat hier geen of minder zandverstuivingen hebben plaatsgevonden zijn ze nog zo prominent aanwezig in het landschap. Ook is het opvallend dat juist in dit gebied een aantal rijke vindplaatsen voorkomen uit het Laat-Paleolthicum, de tijd van de rendierjagers ongeveer 12000 jaar geleden. In het Vlootbeekdal komen artefacten uit deze tijd nauwelijks voor.

Leropperveld

Oude Roermeanders nog aanwezig in uniek landschap zichtbaar op foto's uit de Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN) in het met zwarte stippen omgeven gebied tussen St. Odiliënberg, Linne en Montfort,het Leropper en Linnerveld.

Rondom A is het Vlootbeekdal aangegeven met rode stippen; rondom B is het zandverstuivingsgebied vanuit het Sweeltje en het Munnichsbos met gele stippen aangegeven; rondom C is het Leropperveld met de Oude Roer/Vlootmeanders in zwarte stippen aangegeven. Uit dit kaartje blijkt dat de oude Roer in de nabijheid van het huidige Munnichsbos ten gevolge van de zandverstuivingen na de laatste ijstijden is afgedamd  en ze zich een andere bedding heeft moeten zoeken. Het huidige Roerdal is met de daarin stromende Roer zichtbaar in de rechterbovenhoek.

In het artikel van Hans de Mars wordt ook gesteld dat het opgestuwde water als het ware door een grote spons werd opgezogen en dat er geen verbinding meer was naar de Maas toe. De Vlootbeek zou deze verbinding pas veel later weer gekregen hebben door menselijke ingrepen.

Dat de Roer m.i. niet helemaal afgedamd is getuige het feit dat in het huidige stroomgebied van de Vlootbeek nabij het Sweeltje in Montfort op ca. 1 meter diepte een dun kiezelpakketje tussen lagen zand met o.a gerolde vuursteen aanwezig is. Dit duidt er m.i. op dat er toch nog een waterloop geweest is die behoorlijk heeft gestroomd. Zelf denk ik dan ook dat er een nog stromende beek haar weg naar de Maas heeft gezocht door  Het Broek in Montfort, door Eerselen en Het Grootbroek helemaal via St. Joost naar Brachterbeek waar ze tussen Maasbracht en Linne in de Maas mondde(de Krombeek).

Grindlaagje in Vlootbeekdal nabij Montfort

Image

Gerolde vuursteen uit grindlaagje

Image 

Bij de herinrichting van de Vlootbeek in het voorjaar van 2014 werden bij het aanleggen van een nieuwe stroomgeul enkele grindbanken aangesneden en blootgelegd. Op één plaats een concentratie van grotere rolstenen. Hierbij waren ook meerdere exemplaren van vuursteen o.a. één stuk sterk op Orsbach vuursteen gelijkende silex. Deze grotere stukken waren zeker geschikt voor bewerking tot klingen e.d. De Mesolithikers in het Vlootbeekdal zullen zeker ter plaatste op grindbanken in de oude Roer- of Vlootbedding bruikbare silex hebben kunnen vinden voor het vervaardigen van hun werktuigjes.

 

 

De grote stuifzandverplaatsingen ten Westen van Posterholt  (ter hoogte van Montfort en Het Reutje) zorgden er voor dat grote waterrijke gebieden ontstonden en meertjes werden gevormd in het oude stroomgebied van de Roer. Op de plaatsen waar de kleiafzettingen niet werden overstoven worden de meeste concentraties van bewerkt vuursteen gevonden. Toen het Roerdal in de Roerdalslenk  is gevormd ten gevolge van verschuiving en kanteling van aardschollen is dat waarschijnlijk gepaard  gegaan met meerdere en zwaardere aardschokken dan de aardbevingen die wij in dit gebied zelf de laatste decennia hebben meegemaakt o.a die op 13 april 1992, de zwaarste in Nederland gemeten aardbeving van 5,5 op de schaal van Richter.

Door de rigoureuze verplaatsing van haar loop heeft de Roer in het  Vlootdal oude afzettingen niet op kunnen ruimen waardoor de ca. 10000 jaar oude menselijke sporen zo goed bewaard zijn gebleven. De ontstane waterrijke gebieden vormden een uitstekend leefmilieu voor allerlei diersoorten zoals wild paard, oerrund, eland, bever, edelhert, ree, everzwijn, moerasschildpad, otter, wolf, lynkx en vos maar ook voor watervogels zoals ganzen, zwanen, eenden, reigers en kraanvogels.

Ook noten en vruchten van hazelaar, sleedoorn, vlier-, braam-, bos- en veenbes, wilde roos en knollen van o.a. speenkruid etc. zorgden ervoor dat  de mens in die tijd hier uitstekend zijn kostje kon vergaren. In de verschillende seizoenen kon hij zich tegoed doen aan het dan aanwezige aanbod, zoals in de lente eieren en jonge nestvogels en naar paaigronden trekkende zalmachtigen, in de zomer jong wild, in de herfst vruchten en noten en trekvogels  en in de winter groter wild en verzamelde houdbare waren zoals (geroosterde) noten en wortels etc.

Maar natuurlijk was de visvangst zeer belangrijk omdat ook  vissoorten in ruime mate aanwezig waren zoals zalm, forel, barbeel, snoek, aal  en zelfs de steur en men heeft zeker ook de kuit daarvan, de kaviaar niet versmaad.  De jachtkampjes bevinden zich immers allen langs oude waterlopen en de gevonden werktuigjes waaronder de vele microlieten wijzen in die richting. Het leven van de jager/visser/verzamelaar was kennelijk zo slecht nog niet...

Vanaf 1993 hebben opgravingen plaatsgevonden door het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) en het Instituut voor Prehistorie van de Rijksuniversiteit Leiden (IPL). Er werden enkele proefonderzoeken gedaan en op één site (HVR 164) werd nagenoeg de gehele concentratie opgegraven.

Opgraving jachtkamp

Image

Uit de opgravingen bleek o.a. dat de archeologische overblijfsels zich nog grotendeels in de ongestoorde grond bevonden. De ouderdom wordt op ca. 9100 jaar geschat hetgeen ook door C-14 onderzoek van gevonden verkoolde hazelnootdoppen is bevestigd. Ook bleek dat de diverse vindplaatsen door verschillend gebruik worden gekenmerkt. Zo is er onderscheid te maken tussen kampjes die voor de jacht en visserij kortdurend zijn gebruikt en minstens één groter basiskamp dat meer permanent en langduriger in gebruik is geweest.

Bij de opgraving van het jachtkampje (HVR 164) zijn er in het middelpunt van de concentratie vuursteen naast typische vroeg-mesolithische spitsen ook twee complete zgn. Tjongerspitsen aangetroffen. Dit kan betekenen dat we met een cultuur te maken hebben in de overgang van het (laat)Paleolithicum naar het (vroeg)Mesolithicum en is een datering van ca. 10000 jaar geleden nog zo gek niet. 

Spitsen uit opgraving HVR 164. De twee grootste zijn zgn. Tjongerspitsen (tekening uit "Roerstreek 2001")

Image

Opgraving basiskamp

Image

Momenteel is er een keten van ruim 30 vindplaatsen van vuursteenconcentraties bekend. 

 

Neolithicum: 

Op en langs de hoger gelegen randen van het Vlootdal zijn ook diverse Neolithische vondsten gedaan zoals bijlen, klingen, pijlpunten, krabbers en kernen. Opvallend daarbij zijn o.a. 3 bijlen van Lousberg-vuursteen die in principe dezelfde vorm hebben.

 

 

 

 

                                            Neolithische spitsen

 

 

 

Image

 

                                              Lousberg bijltje

 

 

 

Image

                                               Kernsteen

Image

 

Ook enkele andere bijlen en Neolithische artefacten zijn in het dal gevonden.Tenslotte werden in het dal ook aanwijzingen gevonden voor bewoning in de IJzertijd, Romeinse tijd en in de Middeleeuwen.

                                              Neolithische bijl

 

Image

 

Bij de bouw van een varkensstal eind jaren 70 aan de Voorsterstraatweg nr 1 werden een aantal grondsporen van vierkante kuilen (ca. 1 x 1 meter) waargenomen die keurig in twee rijen waren gerangschikt. Of dit kuilen zijn waarin palen hebben gestaan is mij niet duidelijk. Misschien kunnen het kuilen zijn waarin b.v. fruitbomen ingeplant zijn geweest. De ondergrond bestaat uit stugge oude rivierklei. Ook was het grondspoor van een greppel duidelijk zichtbaar.

De kuilen werden ontdekt de avond voordat de betonnen vloeren van de stal werden gestort. Ik heb de morgen daarna in alle vroegte nog onderstaande foto’s genomen en de kuilen ingetekend in een schets.

 

Image

 

Image

 

Image

 

Image

 

 

Schets van grondsporen

 

Image

 

Image

 

In het Vlootdal zijn meerdere vondsten gedaan van zogenaamde retouchoirs. Dit zijn ronde of ovale, platte steentjes die meestal gemaakt zijn van een vrij zacht lei-achtig gerold gesteente (Tonschiefer). Er zijn ook enkele exemplaren van gerolde kwartsiet bekend. De steentjes werden gebruikt om de definitieve vorm aan kleine werktuigjes van vuursteen te geven door middel van een druktechniek. De sporen van deze techniek zijn herkenbaar langs de randen van de steentjes. Omdat dit op foto's niet goed zichtbaar is heb ik hieronder tekeningen van dergelijke steentjes geplaatst waarop de afdrukken goed in beeld zijn gebracht. De nummers 2, 4, 5 en 6 komen ook op de eronder staande foto voor.

 

                                             Image

 

Image

 

Zo komen artefacten aan de oppervlakte na een fikse regenbui

 

Image  

 

Eind 2006 heb ik al mijn vondsten uit het Vlootdal per vindplaats in een bestand opgenomen. De teller bleef staan op 13429.

Mijn complete collectie "Vlootbeekdal" heb ik onlangs geschonken en overgedragen aan het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden (RMO).