Bijlen en polijststenen (polissoirs)
De eerste bijlvormen komen al voor in het Mesolithicum. Ze zijn herkenbaar aan een scherpe snede waarmee gekapt kan worden. Ze werden gevormd uit een kernsteen of grote afslag, de zgn. kern- of afslagbijltjes, meestal niet groter dan 10 cm.
Mesolithische kernbijltjes
Kernbijl uitzonderlijk groot
De eerste boeren in het Neolithicum gebruikten voor het kappen van bomen en het bewerken van hout op grote schaal dissels en bijlen in allerlei vormen en afmetingen, soms nog groter dan 30 cm. Ze werden zorgvuldig geslepen en gepolijst. Dit verlengde aanzienlijk de levensduur en verbeterde de kwaliteit van het gereedschap. De benodigde goede kwaliteit vuursteen werd gedolven in de vuursteenmijnen van o.a. Rijckholt en Spiennes. Ook de stenen waarop de bijlen vaak ter plaatse van de gebruikers werden geslepen en gepolijst worden soms teruggevonden. Soms gebeurde dat op grote in de vrije natuur liggende zwerfstenen waarop de door het polijsten gevormde kommen goed herkenbaar zijn.
Diverse vuurstenen bijlen
Bijlen en dissel van amfiboliet
Polijststenen
Bijl op polijststeen