Het Voorsterveld bevindt zich tussen de Posterholtse gehuchten de Voorste Voorst en de Achterste Voorst (Varst of Varsj) en Echterheide (De Berg) en gaat in zuidelijke richting over in De Annendaal (gemeente Echt). Tussen beide gebieden loopt de Akerstraat (de grens tussen Posterholt en Echt). De oostgrens wordt gevormd door de grens met Duitsland (Haaren).
Het betreft de uitloper van het hoogterras van Koningsbosch en loopt vanuit het dal van ca. +30 meter NAP omhoog tot +50 meter NAP. De grond is zanderig met resten van löss. Op enkele plaatsen dagzoomt grind. In dit grind komt o.a. basalt, jaspis, agaat, kwarts, maar ook vuursteen voor. Zowel Rijn als Maas hebben hier hun sedimenten gedeponeerd.
Vroeg Neolithicum:
Naast sporadische mesolithische artefacten heb ik ook vroeg-neolithische sites ontdekt. Op HVR 183 zijn naast enkele Bandkeramische scherven ook Rössen en Michelsberg aardewerkfragmenten gevonden. Deze gaven aanleiding tot een opgraving door IPL/RMO in 1984.
Verslag hiervan werd door Fred Brounen van IPL gedaan in:
“Archeologie in Limburg” van de Archeologische Vereniging Limburg (AVL) nummer 24 juni 1985 onder de titel HVR 183; Vroeg-, Midden- en Laatneolitische vondsten te Echt-Annendaal.
Vroeg Neolithisch aardewerk (Rössen, Limburg en LBK)
LBK uit opgraving HVR 183
Aardewerk van Annadael in Limburgs Museum Venlo
Reconstructie a.d.h. van gevonden scherven bij de opgraving
Voorbeeld Bandkeramiek pot uit Landesmuseum Bonn
Rössen scherven
Voorbeeld Rössen pot uit Landesmuseum Bonn
Tevens werd summier verslag gedaan in:“Archeologische kroniek van Limburg” over 1984 van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek blz. 151; een overdruk uit: Publications de la Societe Historique et Archeologique dans le Limbourg 121,1984.
Naast bovengenoemd aardewerk werden bij de opgraving ook fragmenten van Limburg-aardewerk gevonden. Op een andere vindplaats in dit gebied o.a. enkele La Hoguette scherven gevonden.(Gepubliceerd in Faculty of Archeolology, Leiden University 2000: Times fade away, dissertatie van dr.L.B.M. Verhart blz. 35.)
La Hoguette of Begleitkeramiek scherven
Voorbeeld La Hoguette pot
Limburg aardewerk versierde randscherf
Spitskling
Een opmerkelijke neolithische vondst is een klein gepolijst op doorsnede lensvormig bijltje van jadeït (in Roerstreekmuseum). Op diverse plekken werden Neolithische pijlpunten en bijltjes gevonden.
Neolithische pijlpunten
Vuursteendisseltje
Een groot bijl werd in twee delen gevonden waartussen een tijdspanne van enkele jaren zat. Aan de typische breukvormen is te zien dat de bijl, die uit Valkenburg vuursteen bestaat oudtijds is gebroken.
Bijl Valkenburg vuursteen gevonden in twee delen 6 jaar na elkaar
Romeins:
In het gebied zijn door mij tevens 3 Romeinse grafveldjes ontdekt en één plaats waar Romeins gebruiksaardewerk en dakpanfragmenten aanwezig waren.
In jaarboek 16 1986 van HVR is op blz. 132 t/m 139 een grafveldje gepubliceerd door J.H.M. Smeets “Romeins Grafveldje Posterholt”.Een opmerkelijke vondst uit dit grafveldje is een urn versierd met bobbels.
Merovingisch:
Op een van deze sites werden bij een vooronderzoek door de HVR Merovingische grafkuilen ontdekt die mede de aanleiding waren voor een opgraving door de ROB in 1984. Naast enkele Romeinse graven en een graf uit de ijzertijd werd bij dat onderzoek een Merovingisch grafveld met ca. 500 graven geconstateerd. Een summier verslag hiervan is verschenen in:“Archeologische kroniek van Limburg” over 1984 van de Rijksdienst voor het OudheidkundigBodemonderzoek blz. 181-184; een overdruk uit: Publications de la Societe Historique et Archeologique dans le Limbourg 121,1984.
De auteur in aktie
In dit gebied zijn ook ruim 20 fragmenten van glazen La Tène armbanden gevonden, meestal in Romeinse context. Het merendeel is kobaltblauw, 3, 5, 7 en mogelijk 9 ribbig, soms met gele zigzag versiering. Enkele D vormige fragmenten zijn paars gekleurd, met gele zigzag versiering.
Romeinse weg
De posities van de sites waar Romeinse artefacten zijn gevonden duiden op een oude Romeinse (tussen)weg die vanuit Jülich (Juliacum) naar een kruispunt in de weg die van Heerlen (Coriovallum) via Melick (Mederiacum) naar Xanten (Colonia Ulpia Trajana) heeft gelopen (blauwe lijn). Naar mijn mening heeft deze weg vanaf dat kruispunt verder in de richting van de Romeinse villa van Maasbracht (dik rode punt) en het Romeinse nederzetting nabij Heel (Catualium) gelopen. Deze stelling wordt ook onderstreept door vondsten in de buurt van dit tracé aan de Duitse kant van de grens en in de richting naar Montfort en Maasbracht. De weg komt vanuit twee richtingen. Vanaf het grotere Jülich langs de linkeroever van de Roer en vanaf de kleinere Romeinse nederzetting Geilenkirchen langs de linkeroever van de Wurm. De wegen zijn ergens tussen Heinsberg en de Nederlandse grens, misschien wel in de buurt van het Voorsterveld/Annendaal, samengekomen. In het noordelijke tracé zijn bij Schafhausen en Randerath (Himmerich) enkele oude wegen met grindvullingen aangetroffen waarvan men een Romeinse oorsprong vermoedt. In de zuidelijke tak zijn er enkele wegen genoemd naar een Romeinse oorsprong zoals in Haaren de Heerstrasse en in Waldenrath (Straeten) en Geilenkirchen de Römerstrassen. Op het kaartje hieronder zijn bij de rode punten Romeinse graven aangetroffen. Op Duits gebied heb ik dit in de publicatie van Wilhelm Piepers "Archäologie im Kreis Heinsberg" kunnen vinden. Van het ontbrekende gebied tussen Jülich en Beeck heb ik geen informatie. De groene en blauwe puntjes zijn Romeinse vondsten in mijn gebied en de grote gele punt is de Romeinse brug die Van der Noordaa in zijn dagboek uit het beging van de 20e eeuw over de Vlootbeek nabij Montfort heeft aangegeven. In dit tracé is in 2009 ook de Romeinse muntschat van Montfort ontdekt. Al deze gegevens versterken het vermoeden van de aanwezigheid van een Romeinse verbindingsweg.
A= Haaren Heerstrasse; B=Straeten Romerstrasse; C= Geilenkirchern Romerstrasse.
D= Schafhausen grindbaan; E= Himmerich grindbaan.
Enkele kleine aardewerksplinters en stukjes krematieresten leiden soms tot de ontdekking van een grafveld
Restant Romeins grafmonument
Luchtfoto Voorsterveld
Voorafgaande aan het aanleggen van een aspergeveld werd een perceel machinaal diepgespit. Daarbij werd de grond met ronddraaiende schoppen 60-80 cm diep omgewoeld. Archeologische resten die zich in de nog ongestoorde laag bevonden werden daarbij "grondig" vernield. Deze methode die voor het gereedmaken van aspergevelden werd gehanteerd was desastreus voor de archeologische resten die zich onder de ploegvoor bevonden. Momenteel wordt weer een andere manier toegepast die weliswaar nog diep gaat (40-50cm) maar niet meer zo ingrijpend is. Het Romeinse grafveldje dat in 1983 ontdekt werd door de aardewerkscherven en krematieresten die bij het diepspitten aan de oppervlakte traden was zwaar vernield. Door ingrijpen van de HVR konden een achttal graven met hun bijgiften nog worden gedocumenteerd. Publicatie heeft plaatsgevonden door Jo Smeets in het jaarboek "Roersteek '84" van de HVR
Van een grote urn werd het bovenstuk weggeploegd. Met de verzamelde resten kon deze bijzondere pot met bobbels, waarin deels ronde ringen waren ingedrukt, geheel gerestaureerd worden.
Urn in Roerstreekmuseum
Fibula in situ
Als bijgift in een Romeins graf was er naast een drinkbeker een vierkant geslepen natuursteentje geplaatst. In het midden van de steen was een rond kuiltje uitgeslepen. Het bleek een zalfsteentje te zijn. Tevens werden er tussen de krematieresten fragmenten van een ijzeren naald en een dunne bronzen getordeerde arm- of halsring aangetroffen. Het zal dus waarschijnlijk een vrouwengraf zijn.
Zalfsteen
Romeinse graven geraakt door ploeg
Dupondius Marcus Aurelius
Sestertius Marcus Aurelius
Soms worden archeologische objecten opgespoord via het bestuderen van luchtfoto’s. Het was mij niet bekend dat op luchtfoto’s soms ook sporen van een opgraving te zien zijn, zelfs nog jaren na dato. Zo viel mij na bestudering van luchtfoto’s op GOOGLE- EARTH op dat na 22 jaar de sporen van de opgravingssleuven nog in het bewuste perceel te zien waren. Op de akker stond nog laat mais en die was kennelijk op de opgravingssleuven beter gegroeid omdat de ondergrond daar losser van structuur was geworden.
Opgravingssleuven in 1984 zijn in 2006 nog zichtbaar in maïsakker.
Riemtongen (Laat Romeins/Vroeg middeleeuws)